Corona dwingt ons, tot een vaccin gevonden is, genoegen te nemen met de anderhalvemeter-samenleving. Een samenleving waarbij direct contact als bijvoorbeeld handenschudden verleden tijd is.
Het handenschudden is niet het grootste probleem wanneer je een beperking hebt of een chronische aandoening. Wanneer je tot deze groep behoort zijn er grotere problemen die in relatie staan met de anderhalvemeter-samenleving. Zeker nu er niet voldoende beschermingsmaterialen zijn.
De groep “Mensen met een beperking en/of chronische aandoening” is op te delen in twee groepen. Bij de eerste groep gaat het om mensen met een fysieke, verstandelijk of zintuigelijke beperking. In het dagelijks functioneren zijn zij vaak afhankelijk van anderen.
Zorg en begeleiding zijn vaak heel dichtbij en fysiek. Dat kan niet anders. Voor deze mensen is de anderhalve meter dus onmogelijk. Zij hebben hun zorgverleners, naasten en mantelzorgers nodig om te kunnen functioneren in het dagelijks leven.
De tweede groep bestaat uit mensen die te maken hebben met een verhoogd gezondheidsrisico, bijvoorbeeld een progressieve spierziekte, aangeboren hartafwijking, een immuunziekte of COPD. Zij zullen zich nooit onbeschermd in de “nieuwe samenleving” kunnen bewegen. De kans op besmetting is even groot, maar de gevolgen zijn vele malen ernstiger. Voor sommige geldt dat zelfs als er een vaccin gevonden wordt, het immuunsysteem niet sterk genoeg is.
Om een beeld te geven over hoeveel mensen we het hebben wanneer we spreken over mensen met een beperking en/of chronische aandoening. In Nederland zijn dit 1,5 miljoen mensen!
Het kabinet versoepelt de lockdown. De basisscholen mogen op 12 mei weer open, er mag weer gesport worden in de buitenlucht, er komt meer en meer beweging op straat, het openbaar vervoer maakt zich op voor de “nieuwe” samenleving en ga zo maar door. Wanneer de cijfers blijven zoals ze nu zijn, valt te verwachten dat er steeds meer versoepeling komt. Het vervelende is dat de groep “mensen met een beperking en/of chronische ziekte” hierin vergeten wordt.
Veel van de problemen die gelden voor deze groep zouden geen rol spelen wanneer er voldoende test -en beschermingsmateriaal voorhanden was. Daar moet nu de prioriteit liggen, dat moet het startpunt zijn.
Bij voldoende beschermingsmaterialen en waarborgen voor de veiligheid zou bijvoorbeeld de bezoekregeling op de schop kunnen en kan de reguliere zorg als dagopvang en fysiotherapie weer worden hervat. Dit is zo belangrijk, dit geeft de mantelzorgers weer wat meer lucht. Nu komt alles op hun schouders terecht.
Helaas kan het nog wel maanden duren voor er voldoende test -en beschermingsmateriaal is. Tot die tijd zitten mensen afgezonderd in zorginstellingen of thuis; volledig geïsoleerd. Dat is onaanvaardbaar. Het wordt tijd dat het RIVM zijn focus niet alleen op ouderen legt, maar ook op mensen met een beperking en/of chronische aandoening. Het is volledig terecht en begrijpelijk dat nu ook naar de economie gekeken wordt, maar ik ben bezorgd dat allerlei beroepsgroepen straks wél beschermingsmateriaal krijgen. Dat ze eerder naar kappers gaan, als naar mantelzorgers of mensen met een beperking en/of chronische aandoening.
Koepelorganisatie Ieder(in) wil dat er een integraal plan komt voor mensen met een beperking en/of chronische aandoening. Een plan, dat door de tijd heen bijgesteld kan worden naar de nieuwe inzichten.
Het VN-verdrag Handicap moet hierbij de basis vormen. Het VN-verdrag gaat uit van gelijke toegang tot de samenleving, bijvoorbeeld toegang tot zorg, ondersteuning, contact met naasten, naar je werk kunnen enz. De coronacrisis treft deze groep nu onevenredig hard. Het is belangrijk dat het plan samen met vertegenwoordigers tot stand gebracht wordt. Ook moet het plan status krijgen en niet zomaar een ideetje zijn dat ergens op een stapel beland. De Inclusie agenda is in vele gemeentes aangenomen, maar is niets meer dan een papiertje.
In bijvoorbeeld Australië hebben mensen met een beperking en/of chronische aandoening een zwaarwegende stem in de politiek. Ons land kan daar een voorbeeld aan nemen.
Het is van het grootste belang dat dit plan tot stand komt vanuit de hele sector met inbreng van de doelgroep zelf, de vertegenwoordigende organisaties van mensen met een beperking, en dan natuurlijk ook het ministerie van VWS, OCW en SZW, de zorgkantoren en de VNG. Het plan moet aandacht hebben voor mensen met fysieke, verstandelijke en zintuigelijke beperkingen en chronisch zieken.
Iedereen verdient toch een toekomst na deze crisis?