De maatschappij komt langzaam weer op gang. De coronacrisis levert mensen met een handicap, zeker wanneer zij dagelijkse zorg nodig hebben, problemen op. Maar de wereld lijkt nu ook ineens een heel stuk inclusiever te worden. Ik hoop dat we leren van deze tijd en we bij het heropstarten van de maatschappij de gelegenheid grijpen deze meteen blijvend toegankelijker te maken.
Stelt u zich mijn leven met een handicap vóór de coronacrisis eens voor. Je wil graag zelfstandig boodschappen doen, maar smalle ingangen en gangpaden maken dit vrijwel onmogelijk. Afspraken buiten mijn woonplaats vergen een treinreis met een flinke planning vooraf om de extreme drukte te ontwijken en rekening te houden met de regels die de NS oplegt voor het vervoer van mensen in een rolstoel, dit alles om niet al uitgeput aan te komen op je afspraak. Eigenlijk wilde je dan ‘s avonds nog wel eens iets ondernemen, maar de wetenschap dat de dag van morgen ook weer de nodige inspanning kost en de horeca helaas vaak niet toegankelijk is, zorgt ervoor dat je toch maar thuis blijft en eerder dan gepland je bed opzoekt.
Vóór de coronacrisis leek het leven van ons in vergelijking tot mensen zonder een handicap op dat van de schildpad in een wedstrijd met de haas: in feite onmogelijk hetzelfde uit het leven te halen, of in ieder geval daar niet dezelfde kans voor krijgen. Elk voorstel om de regels eerlijker te maken, werd daarbij in de wind geslagen. De wil is er wel, maar nagenoeg iedere gemeentelijk inclusie-agenda is niet veel meer als een papiertje wat onderop de stapel ligt. Het is de winkelformule die bepaald hoe een winkel wordt opgebouwd, de vervoerders hebben te weinig materieel om de treinen wat minder vol te stampen met reizigers en ja een rolstoel is best groot en dat zijn toch weer een paar stoelen met klanten die je mist als horeca-ondernemer.
En toen was daar het coronavirus, wat zorgde dat ineens veel meer mogelijk was. Gangpaden en ingangen werden verbreed om mensen de ruimte te geven elkaar op gepaste afstand te kunnen passeren, de treinen worden lekker ruim ingericht om de 1,5 meter afstand te kunnen waarborgen en de horeca moet ook rekening houden met de afstand wat betekent brede paden zijn en veel ruimte tussen de tafeltjes. En dan is er nog dat thuiswerken. Veel vergaderingen kunnen nu ineens wel digitaal in plaats van dat je altijd fysiek ergens naar toe moest.
Maar helaas heeft elk voordeel ook zijn nadeel. Zo beperkt het feit dat vrienden of buren niet zomaar meer over de vloer mogen komen je bewegingsvrijheid en vergroot het je toch al aanwezige sociale isolement. Wanneer de monteur van je kapotte elektrische rolstoel vraagt of je ‘m even naar buiten kunt brengen, omdat hij anderhalve meter afstand moet houden en je huis niet binnen mag komen, rijst de vraag of de creativiteit die de coronacrisis met zich meebrengt wel ten volle wordt benut.
We kijken nu vooruit. Het kabinet heeft stippen op de horizon gezet. Dit is het uitgelezen moment om na te denken over welke voordelen deze situatie geeft wat betreft de toegankelijkheid van het leven voor mensen met een beperking. Ik hoop dat bij hetheropstarten van de maatschappij de kans gegrepen wordt de samenleving inclusiever te maken. Dat je makkelijk een dagje thuis kan werken, zelfstandig je boodschappen kan doen, de horeca rekening houdt mensen die minder goed ter been zijn en gemeente de inclusie agenda als leidraad gaat gebruiken om de samenleving voor iedereen toegankelijk te maken en te houden.
Ik denk hier graag over mee en vraag u om dit samen met mij te doen. Want laten we wel wezen: samen, met elkaar, kunnen we de wereld zoveel mooier, eerlijker en socialer maken!