Ik was er weer even op uit, dat moet namelijk af en toe, eropuit, in mijn eentje, om mijn longen vol te zuigen met de nodige zuur -en fijnstof.
Ik was naar de natuur om de hoek. Daar staat een bankje op een kruispunt van fietspaden. Een kruispunt waar je midden in de natuur zit. Grote plas met fontein achter je en honden-uitlaatveld voor je neus. Maar ook langsrazende fietsers en op gezette tijden de thuisbezorgd-brommers.
We vergeten het wel eens met de warmte van de afgelopen tijd, het is pas lente. De bijen zoemen om me heen op zoek naar nectar, de eenden-familie is uitgebreid met een vijftal pluizige kuikens, de fruitbomen zitten vol bloesem om straks weer heerlijke peren en appels voort te brengen en honden snuffelen er vrolijk op los om elk spoortje loopsheid op te snuiven.
Daar midden in, voor het eerder genoemde bankje, zat ik samen met mijn makker Max volledig in mijn element te genieten van al dit moois, tot mijn oase van rust werd verstoord door een voorbijganger, die vond dat hij mij vermanend toe moest spreken.
“Vind u dat normaal?”, sprak de voorbijganger en brieste verder met “wij moeten allemaal binnen blijven en afstand houden om mensen als u te beschermen en u gaat gewoon alsof er niets aan de hand is buiten zitten, hoe haalt u het in uw hoofd?”
Enigszins verbouwereerd door deze stortvloed aan verwijten, zei ik: “Ik heb ook vandaag weer al mijn angst op toevallige besmetting opzij gezet, om in mijn eentje afgezonderd maximaal te genieten van al het moois dat het seizoen te bieden heeft, even weg van de vier muren die op me afkomen, en nu gaat u mij vertellen dat ik alleen maar binnen mag zitten?”
De voorbijganger had deze reactie waarschijnlijk niet verwacht en zette het op een lopen. Is dit werkelijk wat mensen denken als ze iemand in een rolstoel buiten zien in deze corona-tijden? Is dit wat ons “zwakkeren van de samenleving” te wachten staat, dat we ver van de samenleving weg gestopt worden, omdat we “beschermd’ moeten worden?
Als dat zo is, dan werpt corona ons bijna 60 jaar terug in de tijd, toen Mies Bouwman zich inzette om voor Het Dorp in Arnhem. Een dorp ver weg van de stad in het bos, waar alleen mensen met een beperking wonen.
Mijn weerstand is net zo goed als die van ieder ander. Ik eet gezond, neem mijn vitamientjes, alleen de gevolgen van het corona-virus zijn voor mij anders. Ik kom waarschijnlijk niet weg met wat lichte klachten en ook de klachten op lange termijn zullen voor mijn dagelijkse gang van leven desastreus zijn. Daarom heb ik angst, angst om naar buiten te gaan en als ik dan even alle angst heb overwonnen, krijg je dit...
Ik heb mijn ogen gesloten, hoorde de vogels vrolijk fluiten en liet de nare gedachten wegvloeien om even weg te dromen in de gedachte van een wereld waarin we elkaar respecteren, liefhebben en steunen, een wereld waarin we samen 1 zijn… Dat is toch wat we allemaal willen….